
Noord-Brabant zit vol goede ideeën. Zo zijn er allerlei ondernemingen met ideeën voor producten en oplossingen die de wereld verbeteren. Ook zijn er mensen met vermogen die willen investeren in deze startups, scale-ups en sociale ondernemingen. Maar het lukt deze impact-ondernemers en impact-investeerders niet goed om elkaar te vinden. Hoe komt dat? En wat is nodig om elkaar beter te vinden?
Marleen Janssen Groesbeek is lector Duurzame Finance & Accounting aan Avans Hogeschool. De komende jaren onderzoekt zij samen met andere onderzoekers uit het hoger onderwijs de vraag- en aanbodkant van duurzaam durfkapitaal. Dit doet ze binnen IMPACT-UP, een samenwerking tussen Provincie Noord-Brabant, BUas, HAS green academy, Avans Hogeschool, Fontys en Tilburg University. Marleen ziet nu al dat de match tussen deze kapitaalverstrekkers en ondernemingen beter kan.
Ze gaat hierover in gesprek met Astrid Leyssens, Head of Sustainable Progress bij het familiekantoor VP Capital. VP Capital is een kapitaalverstrekker die zelf investeert in duurzame oplossingen en daarnaast vermogende families begeleidt die hun geld duurzaam willen beleggen. Het gaat om private equity: kapitaal dat wordt geïnvesteerd in niet-beursgenoteerde bedrijven. Astrid is ook oprichter van We Are Impact Collective (WAIC), een organisatie die kapitaalhouders op verschillende manieren ondersteunt bij impact-investeren en ondernemers helpt met het opstellen van een sterk pitchdeck, het effectief communiceren met investeerders en inzicht krijgen in wat investeerders belangrijk vinden. Dit gesprek is onderdeel van een reeks aan interviews van het project Geld met Impact.
Marleen vraagt zich af: “Hoe ziet het landschap van duurzaam kapitaal er op dit moment uit?”
Astrid:“Dit is een van de weinige markten waar vraag en aanbod niet op elkaar zijn afgestemd. Er zijn filantropen en bedrijven die duurzaam willen investeren, maar zij zijn slecht zichtbaar voor startups, scale-ups en sociale ondernemingen. Impact-investeerders en impact-ondernemers ontmoeten elkaar op conferenties en congressen, maar dat is niet meteen de ideale oplossing. Dat is de meest inefficiënte manier om elkaar te vinden. Dan moet je als investeerder met een vergrootglas gaan zoeken naar die sociale ondernemingen die passen bij het thema waarin jij wilt investeren. Het netwerk ontbreekt. Er zijn wel steeds meer platformen waar impact-ondernemers laten zien wat ze doen en dat ze investeerders zoeken. Maar heel weinig investeerders durven naar buiten te komen met hun verhaal. Dat heeft te maken met privacy en angst rond ontvoeringen bijvoorbeeld. Als je jezelf kenbaar maakt als iemand met veel vermogen, dan is dat een risicocomponent. Je kunt verkeerde mensen aantrekken. Dus je wilt dat op een heel veilige plek kenbaar maken.”
Marleen: “Je wilt dat niet doen in een anonieme omgeving, maar in een omgeving met mensen die jij vertrouwt en die dezelfde doelen hebben als jij.”
Astrid: “Ja, maar die veilige plekken zijn er niet zo veel. Die sociaal-innovatieve ondernemers of organisaties met planetaire oplossingen vinden dus moeilijk dat vermogen. Het is een heel moeilijke wereld om zicht op te krijgen en binnen te komen. Daarom helpen we bij VP Capital vaak zoveel mogelijk investeerders om naar buiten te komen. Ook als voorbeeld voor anderen. Met de activiteiten en het aanbod van We Are Impact Collective proberen we die afstand ook te verkleinen.”
Marleen: “Zijn er nog andere knelpunten?”
Astrid:“Ja. De ondernemers zijn soms onervaren in hoe investeerders kijken. Met mijn eigen team van We Are Impact Collective oefenen we vaak mockup investor pitches. Dat is soms wel heel triestig hoor. Veel ondernemers zijn zo onvoorbereid wanneer ze een investeringsgesprek ingaan. Ze hebben goed nagedacht over hun onderneming, maar zich onvoldoende verdiept in de taal of de wereld van de investeerder. Ze praten vaak naast elkaar. Ze hebben bijvoorbeeld niet goed nagedacht over hoe de onderneming in elkaar zit. Of hoe ze hun eigen continuïteit kunnen waarborgen. Terwijl de investeerder zoekt naar: Hoe bewust zijn de mensen die hier vandaag aan tafel zitten, hoe standvastig zijn ze, hoe schatten ze zichzelf in? Want die investeerder weet al: Binnen 5 jaar hebben we dát soort skills nodig en binnen 10 jaar díe skills. Het is dus niet alleen het netwerk dat ontbreekt. Ook inhoudelijk zit er een heel gat tussen. Wij helpen ondernemingen hierbij. Niet allemaal, want we krijgen te veel aanvragen, maar we helpen wel als het om een systemische oplossing gaat.”
Marleen: “Wat zijn de gevolgen van die afstand tussen ondernemers en investeerders?”
Astrid:“Dat er een gigantisch tekort is aan kapitaal dat zijn weg vindt naar nieuwe oplossingen die aan de horizon staan en die een positieve maatschappelijke impact maken. Een tekort aan investeringen met een systemische blik, waarbij een investeerder naar het geheel kijkt, en niet naar single solutions om een vraagstuk op te lossen. Maar er bestaan nog geen fondsen die hier een antwoord op bieden. En de meeste banken zijn helemaal niet klaar om dit soort gesprekken te voeren met hun klant. Van al het vermogen dat wordt geïnvesteerd, is slechts 5% geïnvesteerd volgens de 3 assen: risico, rendement en impact. Het aantal investeerders dat met impact bezig is, groeit elk jaar 26%. Dat klinkt spectaculair, maar 26% van 5% is weinig.”
Marleen: “Hoe zie jij de rol van VP Capital in dit landschap?”
Astrid:“Ik doe veel samen met mijn man, Guus van Puijenbroek, de directeur vanVP Capital. We geven veel les. Vooral in Zürich, waar veel vermogen van over de hele wereld samenkomt. We maken het stappenplan voor impact-investeren makkelijker voor mensen die beginnen aan hun impact-investeringsreis. Door te vertellen wat we de afgelopen 15 jaar hebben gedaan, wat we hebben geleerd, waar we tegenaan zijn gelopen en hoe we dat hebben aangepakt. In België en Nederland houden we 1 keer per jaar een round table waar we vertellen wat we dat jaar hebben geleerd. Daar komen zo’n 15 Vlaamse en Nederlandse families luisteren. Wij willen hen via educatie inspireren en op weg helpen.”
“De mensen die geïnteresseerd zijn in impact-investeren zitten in een oerwoud. Ze moeten zelf de hele tijd goed opletten: Zijn dit nou de goede dingen of niet?”
Marleen: “Jij helpt mensen bij het herkennen van aantrekkelijke en impactvolle bedrijven en projecten. De mooie dingen in het oerwoud kunnen ook gevaarlijk zijn.”
Astrid: “Ja, wat wij doen, is mensen in de goede richting zetten. VP Capital zit als spil in het netwerk. We willen geen fonds zijn, want dan kunnen we mensen niet meer onafhankelijk begeleiden.”
Marleen: “Je hebt ook een collectief opgericht: We Are Impact Collective. Wat doe je daarmee?”
Astrid:“Ook hierin brengen we familie-investeerders samen en delen we kennis. En in januari 2025 lanceerden wij The Waic Explorers Club. Dat is een groep van 15 vermogende families die interesse hebben om te investeren in impact-ondernemingen, maar niet goed weten waarin ze dan gaan investeren en waar ze die projecten vinden. Wij bieden een stukje opleiding en begeleiding van 1 jaar. Dit is geen fonds. Het is een verkenning van door ons samengestelde investerings- en filantropische projecten en peer-to-peer learning, begeleid door experts.”
Marleen: “Waar zie jij de oplossing voor het samenbrengen van impact-investeerders en impact-ondernemers?”
Astrid:“Er moet een soort platform komen waar investeerders en ondernemers aan matchmaking kunnen doen. Bijvoorbeeld een fysieke plek in Noord-Brabant waar zij elkaar veilig kunnen ontmoeten. Ik denk aan een house, dat zie je in Scandinavië veel. Norrsken is zo’n typisch voorbeeld. Houses zijn fysieke plekken die goed bekend worden gemaakt als dé plek om naartoe te gaan. Waar je een eerste aanspreekpunt hebt, waar je hulp en advies krijgt en waar je wordt gekoppeld. Waar alle partijen zich kenbaar kunnen maken, zonder dat ze bang hoeven zijn voor fraudeurs. Dan kunnen ze echt hun rol heel goed spelen, denk ik. Ik zou in Brabant echt zo’n plek opzetten.”
Marleen: “Een resultaat van ons onderzoek zou kunnen zijn dat wij een aanbeveling doen aan Provincie Noord-Brabant: Als je wilt dat Brabant toonaangevend wordt in het verbinden van impact-bedrijven met impact-investeerders, zet dan vanuit de Provincie zo’n platform of house op. Of dat je dat ophangt aan de Brabantse Ontwikkelings Maatschappij. Dan heb je in ieder geval al een financiële infrastructuur. Familie-investeerders die liever anoniem of in de luwte blijven, zouden zich dan kunnen melden bij de Provincie.”
Astrid: “Ja, dat zou perfect zijn. Dus dat zijn de dingen die we nodig hebben: Plaatsen waar investeerders en ondernemers elkaar ontmoeten. Je kan dan zo veel tijd besparen en efficiëntie toevoegen. Want voor investeerders is het niet tof om constant cases of deals te krijgen en daar vaak ‘nee’ tegen te moeten zeggen. Omgekeerd is het voor de ondernemer ook een lijdensweg om 20 keer te pitchen om misschien 1 keer ‘ja’ te horen.”
“Eén bedenking die ik nog heb, is dat wij dus veel investeerders helpen met kennisopbouw. Maar als we al die investeerders moeten opleiden voordat zij daadwerkelijk investeren, is dat niet efficiënt. Voordat iemand die interesse heeft in duurzaam investeren het gevoel heeft klaar te zijn om te investeren, ben je gemakkelijk 2 of 3 jaar verder.”
Marleen: “Ik zie ook een rol weggelegd voor alle kennisinstellingen in het Brabantse. Als je zo’n platform hebt, kan die onderzoeken uitbesteden. Bijvoorbeeld aan Tilburg University als het gaat om kwantitatief onderzoek met grote databestanden. En als startups, scale-ups of bestaande impactbedrijven moeten worden doorgelicht, dat je dan zegt: Bij dít soort bedrijven vragen we BUas. Als het om dát soort bedrijven gaat, vragen we Fontys. En als het om agrofood gaat, vragen we HAS. En dat genereert ook allerlei onderzoeksprojecten voor studenten. En docenten Finance en Accounting kunnen die studenten prima begeleiden. Ik doe dat nu in mijn lectoraat. Er zijn heel veel studenten heel erg geïnteresseerd in duurzame finance.”
“En het zou aan de investeerderskant ook heel goed helpen. Zeker als er dan een bepaalde methodiek en kennis is. Die kun je samen ontwikkelen, want je kan natuurlijk bij alle partijen ophalen wat ze nodig hebben. En dan kun je in gezamenlijkheid steeds verbeteren. Als Provincie Noord-Brabant het initiatief voor dat platform kan nemen, dan kunnen wij als kennisinstellingen in gezamenlijkheid met investeerders en bedrijven dat platform steeds verder perfectioneren.”
Astrid: “Ja, dit is precies zo’n idee dat je bij de Provincie wilt neerleggen, zonder dat de Provincie zichzelf daar heel erg mee bemoeit. Dat zij het platform faciliteren en de orkestratie doen. Dat is een belangrijke rol om de financieringskant in het Brabantse te ontwikkelen.”
Dit verhaal is onderdeel van de verhalenreeks van IMPACT-UP. Lees ook verhaal Brabantse impact-ondernemers krijgen ondersteuning van universiteit en hogescholen bij overwinnen van obstakels.
Wil je meer weten over dit project, neem dan gerust contact op met: